Leusden,
20
september
2020
|
07:00
Europe/Amsterdam

Licht in de duisternis: zo werkt automatische verlichting

Licht in de duisternis: zo werkt automatische verlichting

Samenvatting

Schrik jij ook regelmatig van auto’s die zonder licht rijden? Hadden ze maar automatische verlichting, daarmee gaan je koplampen en achterlichten automatisch aan of uit. Dat is wel zo handig én zo veilig!

Als je in 2020 een nieuwe auto koopt, dan heeft-ie automatische verlichting. Autofabrikanten moeten die functie tegenwoordig inbouwen. Daarmee komt een eind aan bestuurders die vergeten om hun koplampen en achterlichten aan of uit te doen. Ook zorgt automatische verlichting ervoor dat je alle aandacht op het verkeer kunt richten - tijdens zware regenval hoef je niet te twijfelen of de juiste verlichting wel aanstaat. Met andere woorden: met de verlichting op ‘AUTO’, rijd je relaxter én veiliger.

Zo werkt automatische verlichting

Stel, je rijdt een tunnel in. Dan schakelt de auto in twee seconden over van dagrijverlichting naar dimlicht. Dat interval van twee seconden is niet toevallig gekozen; in de Europese regels staat beschreven hoe lang de verlichting erover mag doen om van ‘dag’ naar ‘nacht’ te wisselen. Het sein wordt gegeven door een sensor achter de voorruit (in de binnenspiegel of op het dashboard). Hij detecteert dat de lichtomstandigheden buiten de auto zijn veranderd en concludeert dat het donker is.

De sensor stuurt niet alleen de verlichting aan, hij vergaart ook informatie voor de ruitenwissers en de airconditioning. Een centrale regeleenheid verzamelt deze gegevens, laat er berekeningen op los en stuurt instructies naar de verschillende onderdelen. De regeleenheid zit trouwens onder het dashboard, vlak bij de zekeringkast.

Twee soorten sensoren

De sensor bij de binnenspiegel is het meest geavanceerd. Behalve zonlicht signaleert hij ook regen. Dat werkt met infraroodlicht: wanneer water over de voorruit stroomt, is dat af te lezen aan de veranderende lichtinval. Op basis van deze bevindingen worden de lichten en/of de ruitenwissers geactiveerd.

De eenvoudige versie van de lichtsensor op het dashboard ‘ziet’ alleen het zichtbare lichtspectrum rondom de auto. Evengoed snapt de regeleenheid wel of je door een donkere tunnel rijdt, of door de schaduw van een rij bomen.

De regeleenheid ‘luistert’ niet alleen naar de sensor, hij kijkt ook wat jij als bestuurder doet. Als je de ruitenwissers handmatig inschakelt en ze een minuut laat werken, dan weet de computer dat het menens is en stuurt hij een instructie naar de koplampen om het dimlicht in te schakelen. De mistlampen zijn de enige lampen die je altijd met de hand moet in- of uitschakelen. We hebben de regels voor mistlampen al eens uitgelegd.

Draaiknop of druktoets

In de meeste ŠKODA’s activeer je de automatische stand door de draaiknop voor de verlichting op ‘AUTO’ te zetten. In de nieuwe ŠKODA OCTAVIA gebruik je een drukknop die op de vertrouwde plek zit. De verlichting van de ruime gezinsauto is zo ingesteld dat de bestuurder tijdens het rijden alleen kan kiezen tussen AUTO en dimlicht – hij kan de verlichting niet (per ongeluk) volledig uitschakelen. Als de auto geparkeerd staat, kan dat wel. In welke stand de verlichting ook staat als je de motor uitzet, de volgende keer dat je de OCTAVIA start, kiest hij automatisch de AUTO-stand.

Automatische verlichting 2.0: Matrix-koplampen

Naast verlichting die automatisch aan- of uitschakelt, levert ŠKODA ook geavanceerde LED Matrix-koplampen. Dat is de overtreffende trap van automatische verlichting. Want een LED Matrix-koplamp bestaat uit meerdere segmenten, die de regeleenheid afzonderlijk kan aan- en uitzetten. Op die manier kun je de volle lichtstraal gebruiken, zonder tegenliggers of je voorligger te verblinden. De andere segmenten blijven aan en verlichten de weg. LED Matrix-koplampen zijn een begeerlijke optie voor de ŠKODA OCTAVIA en ŠKODA SUPERB.

Lees ook: In deze landen kun je je dashcam beter niet gebruiken