Leusden,
24
oktober
2018
|
07:00
Europe/Amsterdam

De evolutie van het wiel: ruim 100 jaar geschiedenis

De evolutie van het wiel: ruim 100 jaar geschiedenis

In iets meer dan een eeuw tijd, is de personenauto onherkenbaar veranderd. Maar één aspect is altijd hetzelfde gebleven: ze staan nog altijd op vier wielen.

Dit is ons derde evolutieverhaal. Eerder beschreven we de evolutie van de versnellingspook en de geschiedenis van het stuur. Ditmaal belichten we de ontwikkeling van het wiel.

LAURIN & KLEMENT VOITURETTE A (1905)

De eerste auto die Václav Laurin en Václav Klement in Mladá Boleslav bouwden, was de Voiturette A. Dit model werd tussen 1905 en 1910 aangeboden. De Voiturette A stond op houten spaakwielen met stalen naven, die met één centrale bout op de as waren gemonteerd. Deze wielen werden tot in de vroege jaren dertig toegepast. Tegen meerprijs leverde Laurin & Klement draadspaakwielen van het Engelse merk Rudge-Whitworth.

LAURIN & KLEMENT S (1911)

Aan het begin van de twintigste eeuw verkeerden de wegen in een deplorabele staat. Lekke banden kwamen vaak voor. Auto’s werden zodoende voorzien van reservewielen. De Laurin & Klement S uit 1911 was het eerste model dat was voorbereid op bandenpech, met standaard een binnen- en een buitenband als reserve.

LAURIN & KLEMENT ŠKODA 110 (1929)

Om het de bestuurder bij een lekke band gemakkelijker te maken, werd het wiel in de jaren 20 voorzien van een velgrand die met zes schroeven aan de naaf was bevestigd. Wanneer het wiel van de Laurin & Klement ŠKODA 110 uit 1929 gewisseld moest worden, hoefden alleen de velgrand en de band te worden vervangen. De wielnaaf kon blijven zitten.

ŠKODA 645 (1930)

Het geperste stalen wiel, zoals gemonteerd onder de ŠKODA 645 uit 1930, raakte spoedig daarna in zwang. Doordat deze wielen in grote aantallen gemaakt konden worden, waren ze veel goedkoper dan houten spaakwielen. Het complete reservewiel – velg, binnenband en buitenband – werd voortaan achter op de auto gemonteerd. Het was niet ongebruikelijk dat een auto met twee reservewielen werd geleverd.

ŠKODA POPULAR MONTE CARLO (1934)

Het lichtgewicht spaakwiel, meestal met een whitewall-band eromheen, werd in 1934 populair. Op de foto is het wiel te zien van een ŠKODA POPULAR MONTE CARLO uit 1937. Wielen van dit model werden toegepast onder de POPULAR, RAPID, FAVORIT en SUPERB, en zouden na de Tweede Wereldoorlog nog tot ver in de jaren 50 (op de ŠKODA 1101 TUDOR en 1200, 1201 en 1202) en jaren 60 (ŠKODA SPARTAK en 450) worden gebruikt.

ŠKODA POPULAR MONTE CARLO (1937)

Het reservewiel van de ŠKODA POPULAR MONTE CARLO werd in de kofferruimte bewaard. Sterker nog: achter in de auto was genoeg ruimte voor twee standaard reservewielen.

ŠKODA OCTAVIA (1960)

Met het aanbreken van de jaren 60 nam ŠKODA een nieuw model stalen wiel in gebruik, zoals te zien is onder de ŠKODA OCTAVIA 985 uit 1960. Dit wiel werd tevens toegepast onder de FELICIA1000 MB, 100 en 120, tot aan het einde van de jaren 70.

ŠKODA 125 L (1981)

In 1981 lanceerde ŠKODA een nieuw type stalen wiel, met een diameter van 13 inch. Langs de velgrand zijn ventilatieopeningen in het wiel aangebracht. Een ander nieuw element is het kunststof wieldeksel.

ŠKODA FAVORIT (1990)

Wat betreft de wielkeuze, bleef bij de ŠKODA FAVORIT veel bij het oude: een diameter van 13 inch en kleine kunststof wieldoppen. Alleen werden de ventilatieopeningen groter en vierkanter van vorm. De FAVORIT werd standaard geleverd met stalen wielen, maar later werden ook lichtmetalen wielen verkrijgbaar. Veel speciale edities van de FAVORIT stonden standaard op lichtmetaal.

ŠKODA KAROQ (2018)

Václav Laurin en Václav Klement zouden niet weten wat ze zagen: onder de hedendaagse modellen van ŠKODA zijn lichtmetalen wielen heel gangbaar. Ze worden geleverd in tal van maatvoeringen en hebben een tot de verbeelding sprekend ontwerp. Onder alle uitvoeringen van de KAROQ en SUPERB worden standaard lichtmetalen wielen geleverd. In ŠKODA‘s thuisland Tsjechië kiest 60% van alle Fabia-kopers en zelfs 70% van alle Citigo-eigenaren voor lichtmetalen wielen.