Heet, heter, heetst: ENYAQ iV getest in 42 graden Celsius
Heet, heter, heetst: ENYAQ iV getest in 42 graden Celsius
Eerst een snikhete dag in de woestijn en dan een ijskoude nacht in de bergen. Dit klinkt als een extreme vakantie, maar de werkelijkheid is anders. In een speciale testruimte leggen we de ŠKODA ENYAQ iV het vuur na aan de schenen.
ŠKODA heeft zijn eigen zonnekamer. Hierin wordt gedurende 25 dagen gesimuleerd wat een elektrische auto (zoals de ENYAQ iV) doormaakt in vier jaar tijd in een Midden-Europees klimaat. De test laat zien hoe de onderdelen en materialen van een auto zich gedragen. Gaat er iets kapot? Is er zichtbare slijtage?
Van alle automerken binnen de Volkswagen Group, hebben alleen Audi en ŠKODA een testruimte voor elektrische auto’s. Die van ŠKODA is het modernst en bevat de meeste veiligheidssystemen. De zonnekamer van Audi is bovendien verder weg: die staat in China.
28 lampen en een speciale airco
Het duurde ruim een jaar om de zonnekamer te bouwen. Hij is uitgebreid geïsoleerd en uitgerust met 28 lampen, elk met een vermogen van 2500 of 4000 watt. Dit zijn zogeheten metaalhalidelampen waarvan het lichtspectrum het meeste lijkt op dat van zonlicht. De lampen gaan ongeveer drie testcycli mee en worden daarna vervangen.
De kamer ernaast is de machineruimte. Hierin staan een speciale airconditioningunit en het ‘brein’ dat de stroomvoorziening regelt. De complete installatie maakt het mogelijk om te variëren met de temperatuur, de luchtvochtigheid en de zonkracht.
25 dagen testen: welkom in Arizona en Florida
Gedurende de eerste vijftien dagen van het testproces wordt het hete, droge klimaat van de Arizona-woestijn nagebootst. Elke 24 uur wordt het twee keer ‘dag’ en twee keer ‘nacht’. Overdag wordt de auto blootgesteld aan intens zonlicht van maximaal 1000 watt per vierkante meter, een temperatuur van 42 graden Celsius en een luchtvochtigheid van minder dan 30 procent. ’s Nachts koelt het af tot 10 graden Celsius. Aan het einde van elke dag vindt een onderhoudsuurtje plaats. Dan is het 23 graden Celsius in de testruimte en kunnen technici de staat van de auto controleren en eventuele defecte sensoren vervangen.
De laatste tien dagen van de test simuleren de technici een vochtig klimaat zoals dat van Florida. Overdag wordt de temperatuur wederom opgevoerd tot 42 graden Celsius, maar deze keer stijgt de luchtvochtigheid tot meer dan 60 procent. Zodra de kunstmatige zon ondergaat, daalt het kwik tot -10 graden Celsius – vergelijkbaar met een koude Alpennacht.
Warmtebeeldcamera’s voor de veiligheid
Gezien de soms extreme omstandigheden tijdens het testen (sommige delen van de auto warmen op tot 110 graden Celsius), speelt de veiligheid een serieuze rol. De testruimte zit vol met sensoren die de temperatuur in de gaten houden. Warmtebeeldcamera’s checken de auto’s die getest gaan worden of net getest zijn. De kamer is bovendien uitgerust met een veiligheidssysteem dat de testcyclus stopt zodra er ook maar iets mis lijkt te gaan. Op die manier houden we het hoofd koel.
Lees ook: Alle ramen dicht! We testen een plensbui in 3, 2, 1…
De informatie in dit nieuwsbericht was actueel op de datum van publicatie. Wijzigingen in modellen, uitvoeringen, prijzen, technische specificaties, afbeeldingen, of andere informatie zijn te allen tijde voorbehouden. Aan de inhoud van dit nieuwsbericht kunnen geen rechten worden ontleend.