Zo moet je de airco gebruiken

1. Gebruik de automatische stand

Automatische klimaatregeling gebruikt meerdere sensoren om ervoor te zorgen dat iedereen er koel (of juist warmpjes) bij zit. Druk simpelweg op de Auto-knop en stel de gewenste temperatuur in – idealiter rond de 22 graden. Als het aircolampje brandt, wil dat niet zeggen dat het systeem op volle kracht draait. Moderne klimaatbeheersing reguleert de werking van de compressor op basis van de omstandigheden.

2. Niets doen is veiliger

Het is veiliger om te rijden met de automatische stand ingeschakeld. Anders moet je zelf ingrijpen zodra de ramen beslaan. Het is een simpele handeling om de ventilators op maximaal te zetten, maar toch leidt het af. En vervolgens zit je in de ventilatieherrie. Climatronic smoort condensvorming in de kiem, zodat je nooit last hebt van beslagen ruiten.

3. Wat is de ideale temperatuur?

“Als je het maximale uit het aircosysteem wilt halen, hanteer dan een temperatuur van rond de 22 graden. Wanneer het buiten extreem warm is, zet de Climatronic dan een paar graden hoger. Zo voorkom je dat je lichaam al te grote temperatuurverschillen moet opvangen als je uit de auto stapt”, adviseert Jan Hrnčíř.

4. Drie klimaatzones zijn géén overbodige luxe

De één kan niet tegen tocht, de ander wil juist een koel briesje voelen in de zomer. Dit kun je handmatig realiseren door de blaasrichting en -kracht aan te passen, maar Climatronic met twee of zelfs drie klimaatzones gaat verder. Het systeem houdt rekening met het invallende zonlicht aan één kant in de auto en met de schaduwplek van de inzittende aan de andere kant van de auto. De temperatuur van de luchtstromen links en rechts wordt hierop automatisch aangepast. Een derde klimaatzone voor de achterbank is een logische toevoeging in dit tijdperk van grote voorruiten. Door de overvloedige inval van zonlicht zorgen deze voorin vaak voor een grotere koelbehoefte dan achterin. 

5. Richt de buitenste roosters op het raam

Jan Hrnčíř adviseert om de buitenste ventilatieroosters niet op de passagiers, maar op het raam te richten. “In moderne auto’s zorgt de vochtigheidssensor ervoor dat de voorruit niet beslaat. Maar de gebruikers vergeten dat de bestuurder ook gebaat is bij een goed zicht door de zijruiten. Als de lucht tussen de ramen en de inzittenden stroomt, is de kans op condensatie kleiner en worden de passagiers beter geïsoleerd.” 

6. Gebruik goede luchtfilters

ŠKODA biedt verschillende soorten interieurfilters aan. De beste hebben zowel een laag geactiveerd koolstof – om de fijnste vuildeeltjes en schadelijke stoffen te absorberen – als een antibacteriële behandeling. “Ik ben van mening dat we tegenwoordig onze klanten de beste oplossing kunnen bieden op het gebied van kwaliteit, filterwerking en prijs”, zegt Jan Hrnčíř. Neem contact op met jouw ŠKODA-dealer voor meer informatie.

7. Moet je recirculatie inschakelen?

Wist je dat Climatronic de luchtcirculatie voor het grootste deel van het jaar heeft ingeschakeld? Het voordeel hiervan is dat lucht uit de cabine opnieuw wordt gefilterd door het interieurfilter. Als de recirculatie handmatig wordt ingeschakeld (door op de knop te drukken), houdt Climatronic de compressor draaiende om te voorkomen dat de ramen beslaan. Als dat toch gebeurt, dan wordt de recirculatiestand automatisch uitgeschakeld. Wil de bestuurder heel bewust de toevoer van buitenlucht weren, dan drukt hij tweemaal op de recirculatie-knop. 

8. Laat je airco nakijken

Laat de airco van je auto elke drie jaar een onderhoudsbeurt ondergaan bij de ŠKODA-dealer. Het beste moment hiervoor is in de lente of de zomer. Want na de natte wintermaanden kan het systeem muf ruiken en dan komen nieuwe filters en een geurbehandeling goed van pas. En op een hete zomerdag zijn weinig dingen zo fijn als een goed functionerend aircosysteem.

Lees ook: Onbezorgd onderweg met de ŠKODA Vakantiecheck