Leusden,
12
december
2018
|
07:00
Europe/Amsterdam

Wintertips 3: rijden bij gladheid en ijzel

Wintertips 3: rijden bij gladheid en ijzel

Zelfs de beste automobilist kan verrast worden door gladheid en ijzel. Daarom geven we een snelle opfriscursus over rijden onder winterse omstandigheden.

Check voor vertrek de buitentemperatuur. Daar heb je geen thermometer of weer-app voor nodig, want elke moderne auto toont de temperatuur. Als het vriest wil je vast een jas aantrekken, maar het is beter om dat niet te doen. Zet ook je groene ŠKODA-muts af als je gaat autorijden. Laat de klimaatbeheersing van de auto ervoor zorgen dat je er warmpjes bij zit.

Rijden met een jas aan is minder veilig. Met zo’n extra laag kleding beweeg je minder vrij en reageer je niet zo snel op situaties. Is de jas gemaakt van een gladde stof, dan loop je ook het risico dat de veiligheidsgordel glijdt in plaats van grijpt. Eenmaal op je plaats van bestemming, is het natuurlijk wel zo prettig om je jas binnen handbereik te hebben.

In de winter komen comfortabele opties als stoel- en stuurverwarming het best tot hun recht. Een verwarmde voorruit scheelt in de koude maanden een hoop krabben. Sommige auto’s kunnen hun interieur voorverwarmen – een fijn vooruitzicht als je tijdens het ontbijt uitkijkt over een koud winterlandschap.

Draag een zonnebril

Geen jas dus, maar draag wel een zonnebril met gepolariseerde glazen. Bevroren wegen en besneeuwde weilanden kunnen zonlicht hinderlijk reflecteren. Sowieso moet je alert zijn op elke glimmende ondergrond. Controleer of de weg glad is, door rustig het rempedaal in te drukken. Bruggen kunnen verraderlijk zijn, want die bevriezen sneller.

Matig je snelheid

Het advies voor rijden bij gladheid en ijzel luidt: matig je snelheid. Als de auto gaat glijden, hoef je niet in paniek raken, maar haal je gewoon je voet van het gaspedaal. Op gladde wegen hebben alle auto’s een langere remweg. Dat maakt rijden in de winter heel anders dan rijden in de zomer. Je moet eerder afremmen om een bocht te halen en vervolgens rustig insturen. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.

Oefen met sneeuwkettingen

Sneeuwkettingen zijn reuzehandig als er een dikke laag sneeuw of ijs op de weg ligt. Oefen thuis alvast een keer hoe je ze moet bevestigen. Dat scheelt je later een hoop tijd en frustratie. Elke set sneeuwkettingen wordt geleverd met een handleiding die uitlegt hoe je ze vastmaakt. Alleen als de kettingen goed zijn bevestigd, werken ze zoals bedoeld. Leg ze om die wielen die worden aangedreven door de motor. Bij auto’s met vierwielaandrijving volg je het advies van de fabrikant. Bij ŠKODA-modellen met 4x4 (zo werkt 4x4) bevestig je ze aan de voorwielen.

Rij voor de zekerheid 50 meter met de kettingen en controleer of alles nog op z’n plek zit. Vervolgens kun je het winterweer te lijf gaan – maar wees altijd voorzichtig.

Lees ook: Wintertips 2 - nachtvorst