Leusden,
10
juni
2021
|
07:00
Europe/Amsterdam

De ŠKODA COMBI waar er maar 1 van bestaat

De ŠKODA COMBI waar er maar 1 van bestaat

Samenvatting

Een stationwagen bouwen met de motor achterin die ook nog ruim moet zijn: hoe doe je dat? ŠKODA probeerde dit probleem met de Type 990 ‘Hajaja’ te tackelen.

Stationwagens hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in het modellengamma van ŠKODA. Neem de Laurin & Klement 110, een model dat halverwege de jaren twintig verscheen. De bedrijfswagen met laadruim was in een handomdraai om te bouwen tot een volwaardige vierzitter. Daardoor kon je je auto doordeweeks gebruiken als bestelwagen, terwijl je er op zaterdag je gezin in meenam.

Iedereen wil een OCTAVIA COMBI

Maar het populairste stationwagenmodel van ŠKODA was de OCTAVIA COMBI. In september 1959 werd een prototype gemaakt, een jaar later mocht het publiek hem bekijken bij zijn werelddebuut in Brno. De belangstelling was groot. Van 1961 tot 1971 verlieten 54.086 OCTAVIA’s de fabriek in Kvasiny. Ook in het buitenland was er veel vraag naar deze praktische auto: in 1966 was 72 procent voor de export bestemd. De moderne OCTAVIA COMBI wordt alweer geleverd sinds 1997 en borduurt voort op het succes uit het verleden.

De revolutionaire ŠKODA 1000 MB

In het voorjaar van 1959 werd in Mladá Boleslav begonnen met de bouw van een nieuwe fabriek, waar de ŠKODA 1000 MB van de band moest rollen. Zowel de fabriek als de auto was voor die tijd hypermodern. De nieuwe sedan had een zelfdragende carrosserie, wat toen heel bijzonder was. Dat de motor niet voorin maar achterin lag, was óók een revolutie. In april 1964 rolde in Mladá Boleslav de eerste 1000 MB uit de fabriek.

Als je halverwege de jaren zestig een 1000 MB had, reed je in een van de modernste auto’s van zijn klasse. De ontwikkeling van het revolutionaire model begon als Project 990 NOV (Nový Osobní Vůz - nieuwe personenauto). In oktober 1961 was een serie van 50 prototypes gereed. ŠKODA ging los met de 1000 MB en experimenteerde met een versie zonder B-stijlen, vergelijkbaar met het latere productiemodel 1000/1100 MBX. Niets was te gek, er waren zelfs plannen voor een open ŠKODA Type 990/991 Roadster, met 2 + 2 zitplaatsen en de motor achterin.

Dit verhaal draait om prototype nummer 34. Hij werd na 31.000 testkilometers omgebouwd tot stationwagen. De techneuten liepen al snel tegen een voorspelbaar vraagstuk aan: hoe bouw je een auto met een riante bagageruimte als de motor achterin ligt? Ze besloten de viercilinder liggend te plaatsen. Deze methode werd Hajaja genoemd. Dat slaat weer op een populair radioprogramma uit die tijd, met verhaaltjes voor het slapengaan. En slapen doe je immers meestal ook liggend.

Bagage voor je neus en achter je rug

De Hajaja was 4.150 mm lang, 1.620 mm breed en 1.400 mm hoog. Zijn achterklep opende naar boven en je kon er voorwerpen in vervoeren met een lengte tot 1,60 meter. De wielbasis van 2.400 mm kwam overeen met die van de standaard sedan. Omdat de motor achterin lag, was voorin ruimte voor extra bagage – net als bij de conventionele 1000 MB. Deze ruimte diende tegelijk als kreukelzone. Het maximale laadvermogen was 380 kilo: ŠKODA ging uit van vier personen die gemiddeld 75 kilo wogen, waardoor er 80 kilo overbleef voor de bagage. De auto zelf woog 812 kilo.

In mei en juni 1963 werd de Hajaja uitgebreid getest. Na 7000 testkilometers kwam het gemiddelde verbruik uit op 7,6 l/100 km (1 op 13,1). De viercilinder benzinemotor had een cilinderinhoud van 988 cc en een vermogen van 42 pk bij 4650 tpm. Als je je best deed, haalde je een topsnelheid van 115 km/u. Hoeioeioei!

Waarom is er maar één Type 990 'Hajaja'?

Natuurlijk was het leuk dat je twéé plekken had om je bagage op te bergen. Maar ja, die motor onder de bagagevloer was dan weer minder handig. Je kon er moeilijk bij voor het onderhoud en het was lastig om de viercilinder koel te houden. Een korte rekensom in Mladá Boleslav leerde dat de nadelen niet tegen de voordelen opwogen. Nee nee nee, er kwam geen Hajaja. In plaats daarvan richtte ŠKODA zich op de succesvolle sedan. Tussen 1964 en 1969 werden 440.639 exemplaren van dit model verkocht.

Uiteindelijk kwam er maar één extra variant: de spannende tweedeurs 1000/1100 MBX zonder B-stijlen (1966 tot 1969, 2517 exemplaren). Om klanten toch een praktisch stationwagenmodel te kunnen aanbieden, bleef de OCTAVIA COMBI tot 1971 in productie.

En de Hajaja? Het enige prototype van de ŠKODA Type 990 'Hajaja' dat ooit is geproduceerd, is nu te zien in het ŠKODA Museum in Mladá Boleslav.

Lees ook: Deze Nederlandse uitvinding beschermt fietsers al 60 jaar